maxima-kroon.tif

Blijf krachtig stralen, Prinses Máxima

Milouska Meulens (1973)

Presentatrice van het nos Jeugdjournaal

Prachtige Prinses Máxima,

Alsof de sterren losraakten van hun zwarte achtergrond en stilletjes naar de aarde zweefden: zo was het toen ik als klein meisje, nog maar net geëmigreerd vanuit Curaçao, voor het eerst sneeuw zag. Met gespreide armen en mijn wijdopen mond naar de hemel gericht verwelkomde ik die dwarrelende vlokken in de lucht.

Het was een wonder, zoals er meer waren in Nederland. Films met naakte mensen erin bijvoorbeeld. En de koninklijke familie, die eens per jaar de ivoren torens uitzwermde en minglede met Jan met de pet.

Dat was lang voor deze tijd van het exhibitionisme in 140 tekens, het massale online-kwetteren. De tijd waarin we door paleisramen gluren en het normaal vinden om u te zien op intieme momenten. Kusjes blazend tegen het schoolraam op de eerste schooldag van Ariane. Is het Argentijns, zoveel openheid? Of gaat u gewoon mee met de tijd?

Als kind in Koraalspecht kende ik de koningin alleen in haar zilveren verschijning op guldens en dubbeltjes. Dat zij omringd door prinsen en prinsessen, hofdames en men in black door de zanderige straten van Curaçao zou dwalen was niet eens een wens, niet eens iets om van te dromen. Het was niet. Punt. Eenmaal in Nederland ontdekte ik het ware Koninginnedaggevoel. En ik realiseerde me dat Curaçaoënaars dansten op een verjaardag mét toeters en bellen, maar zonder feestvarken.

Een beetje aanstellerig lijkt het, achteraf, zoals wij toen, begin jaren tachtig, met rood-wit-blauwe linten in het haar en met liefst nieuwe schooluniformen aan stonden te zwaaien met de Nederlandse vlag. Middagzonnestralen zweepten de talgproductie op en legden een glimmend laagje vet op ons voorhoofd. Onze kleren beschermden we met veel talkpoeder tegen zweetplekken. En we zongen van lang zal onze reina leven in de gloria, waar ze ook was, zij leve hoog. De koningin der Nederlanden die ook van ons was bleef een mysterie. Zoals sneeuw dat was.

Hoe anders zal het straks zijn als u de reina van het koninkrijk bent. Ik maak me geen illusies. De slepende problemen rond de Curaçaose olieraffinaderij, hoe schadelijk die is voor de gezondheid van mensen die in de buurt wonen en wie de vervuiling betaalt; het kan nog even duren voor iemand met een oplossing komt. Maar ik stel me zo voor dat u dicht bij de bevolking komt, die in Nederland én die aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Ik denk ook dat u de inwoners van de nieuwe Nederlandse gemeenten Saba, St. Eustatius en St. Maarten fijn op hun gemak kunt stellen. En wie weet, genieten jongens en meisjes daar in hun stijfgestreken schooluniformen ooit zelfs een tropische koninginnedag.

Die toekomst in blauwdruk zag ik toen u in de zomer van 2002 uw kennismakingstournee door het koninkrijk vervolgde in de West. Het gonsde op die paar rotsen voor de kust van Venezuela alsof het carnaval was. Prinses Máxima was er, zij had Willem-Alexander bij zich en liet zich zien, aanraken. Liefhebben. U deed een pasje merengue en uw haar danste mee op de eeuwig waaiende noordoostpassaat.

Ik was niet daar, maar keek hier naar de beelden in mijn Amsterdamse appartement. Trots en, dat mag u gerust weten, met in mijn keel een brok zo groot als een mandarijn. Want ik zag dat u de kinderen in het overzeese Willemstad straks evengoed in uw hart heeft als kinderen in het Brabantse plaatsje met dezelfde naam.

En daarom, lieve Prinses, vinden wij Caribische Nederlanders u helemaal te gek. Dat klinkt wat slijmerig en misschien is dat het ook. Bovendien beledig ik vast mensen die niet zitten te wachten op mij als ambassadrice van die ingewikkelde verhouding tussen de mensen daar en hier. Soit. Ik zeg het zoals ik het voel. Want als ik vrijpostig genoeg ben om u dit alles te schrijven, hoef ik niet vals-bescheiden voor mezelf te spreken.

En ach, zo’n onschuldig compliment aan iemand die al zo vaak bezongen is. Vóór mij roemden anderen al de jaloersmakende vanzelfsprekendheid waarmee u de sterren van de hemel straalt. Áls u al piekert hoe zwaar het soms is, Leven, doet u dat zonder dat bruisende optimisme te verliezen waarmee u zelfs de meest zure types laat glimlachen. Dát noemde ik zonder twijfel als uw meest bewonderenswaardige eigenschap, had iemand het me ooit gevraagd.

Niet die maar deze vraag kreeg ik: of ik voor u deze brief wilde schrijven om u, als generatiegenoot te adviseren. Ik zou willen dat het andersom was, en dat u mij een klein lesje joie de vivre zou gunnen. Aan het verzoek voldoe ik evenwel graag, en ik hoop met heel mijn vernederlandste hart dat u deze brief nog niet opzij gelegd heeft voor u bij mijn punt bent aangekomen:

Die glans van u, geachte Prinses Máxima, die we in Nederland in meer openheid dan ooit en van zo dichtbij mogen beleven, laat die schittering ook die gebieden overzee blijven bereiken. Zo zal u kunnen verbinden, zoals uw schoonmoeder en haar moeder dat ook konden, al was het maar vanaf die munten. Blijf krachtig stralen, mevrouw Zorreguieta, Prinses der Nederlanden. Ik verwacht dat het de afstand tussen hier en daar zal doen verdwijnen, als sneeuw in een wijdopen mond.

Milouska Meulens